De woningen
De woningen in het project variëren in grootte. We spreken niet van het aantal kamers per woning, maar van het aantal vlakjes per woning.
De kleinste woning, de zogenaamde tweevlaks, heeft twee vlakjes. Dat betekent een grondoppervlakte van 5 bij 8.60 meter. Deze woning is gelijkvloers en geschikt voor één persoon.
De drievlaks-woning heeft behalve de twee vlakjes op de begane grond nog een vlakje op de eerste verdieping. De woning is geschikt voor een stel.
De viervlaks-woning heeft op de begane grond twee vlakjes en op de eerste verdieping twee vlakjes. De woning is geschikt voor drie of vier personen.
De vijfvlaks-woning heeft op de begane grond twee vlakjes, op de eerste verdieping twee vlakjes en op de tweede verdieping een vlakje en een balkon. De woning is geschikt voor vier of meer personen.
In de meeste huizen zijn twee vlakjes samengevoegd tot een grote woonkamer met open keuken. De twee woningen waarin dit niet zo is zijn de kamerhuizen: hierin bevinden zich drie kamers en een gemeenschappelijke keuken, douche en toilet. In sommige vier- en vijfvlakswoningen is de situering van wonen en slapen anders: in de ene woning is het slaapgedeelte op de begane grond en het wonen op de eerste verdieping, in de andere woning is het net andersom. Elke woning heeft een keuken, douche en toilet.
Een kluster (een groep van woningen) heeft samen een berging waarin zich een ruimte voor wasmachines bevindt, een gemeenschappelijke tuin, en een gemeenschappelijke keuken. Het dak van deze keuken is tevens gemeenschappelijk dakterras.
De 4 zelfstandige woningen in het project zijn viervlaks-woningen. Tuin en berging delen ze met de kluster waar ze bij aangebouwd zijn. De bewoners van deze woningen kunnen zich aansluiten bij een kluster.